In mei 1932 werd het laatste gat in de Afsluitdijk gesloten. Het brakke water van de voormalige Zuiderzee zou vanaf dan steeds zoeter worden. Op 20 september 1932 kreeg de nu afgesloten binnenzee een nieuwe naam: Zuiderzee werd IJsselmeer. Dat die zee een meer werd, zorgde voor grote veranderingen in de flora en fauna. Waren de beestjes en de plantjes in het gebied al voor de afsluiting van de Zuiderzee geliefde onderwerpen voor biologen; de post-Afsluitdijksituatie zorgde voor hernieuwde interesse.
Toen de Noordoostpolder in 1942 droogviel waren de voormalige eilanden Schokland en Urk gemakkelijk te bereiken. Tijdens de oorlog verbleef bijvoorbeeld de biologiestudent Ingvar Kristensen “100 dagen” op Schokland en hield daar een dagboek bij.1 Ook andere onderzoekers en studenten bezochten Schokland.
Eerder al, vlak na de afsluiting, leidde dr. J.H. Schuurmans Stekhoven een excursie naar Schokland. Tijdens de zomer van 1933, het water was nog niet helemaal verzoet, verbleven biologiestudenten op het eiland onder zijn leiding en deden daar veldwerk.
Op 29 augustus 1933 verscheen in de Telegraaf een artikel van zijn hand over de aanleiding van de excursie: ‘De keus van Schokland was uit meer dan een opzicht gemotiveerd. Schokland toch zal, als de voorteekenen niet bedriegen, niet lang meer Schokland zijn. Wanneer men den Noordoostelijken Zuiderzeepolder gaat winnen, wordt Schokland voor de eerstkomende eeuwen stevig aan het vasteland van Nederland verankerd en dan zal zeer spoedig het karakter van dit bijna verlaten niemandsland een grondige wijziging ondergaan. Voordat dit gebeurt willen wij vastleggen hoe de toestand in 1933 was: dus voordat de mensch duurzaam in het lot van Schokland van thans ingreep.’2
Aan de excursie zouden voornamelijk studenten deelnemen van de Universiteit Utrecht en enkelen van de Groningen universiteit. Onder de twintig deelnemers bevonden zich ‘zes dames’,3 zo berichtte de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant. Een bijzonderheid voor die tijd! Over het Utrechtse karakter van de excursie grapte Schuurmans Stekhoven: ‘Dra zal Schokland, dat In de tweede helft der veertiende eeuw een twistappel vormde tusschen de heeren Van Voort en Kuinre en den bisschop van Utrecht, waar in 1555 Jan van Zoudenbalch, zoon van een aanzienlijk patricisch geslacht In Utrecht den scepter zwaaide, opnieuw door Utrechtenaren worden bezet, zullen de Utrechtenaren het gezegde; On revient toujours à ses premières amours, men keert altijd tot zijn eerste liefde terug, waar maken.’4

On revient toujours à ses premières amours… Ach, die aantrekkingskracht van Schokland.
In Kampen werd een botter gehuurd5, en de oversteek werd gemaakt naar Schokland. Op de Middelbuurt, rondom en in het kerkje, werd het kampement opgezet.6 Er werd van alles onderzocht: van steekmuggen tot slijkgapers en van zoutminnende planten tot kreeftjes.7 Het aardige van de excursie, volgens Schuurmans Stekhoven: ‘dat wij de overgangen van het zoete water naar het zoute ter plaatse zien en waarnemen kunnen’.8
Ik beeld mij in hoe ze daar rondliepen: een bonte stoet aan studenten en universiteitsdocenten, banjerend over het bijna verlaten eiland, vol spanning, verrukt over steeds weer een nieuw vergezicht of klein beestje, opgewonden over het komende studiejaar en het ontluikende studentenleven. Er was tijd voor ontspanning: er werd gezwommen, studenten in hun kleurige badpakjes. O zomeravond, o zover van huis te zijn en omringd te zijn door mensen die dezelfde interesses hebben als jij.
Een van die studenten was, tot mijn verrassing, de dichter, bioloog, schilder en schrijver Leo Vroman. In 1932 begon hij aan een studie biologie aan de Universiteit Utrecht. Hij was achttien tijdens de excursie naar Schokland. ‘Leo genoot. Ze dwaalden over zee met netten om plankton te verzamelen, keken vogels op het strand, bestudeerden vogels, vissen, krabbetjes. Het kwam tegemoet aan zijn verlangen naar kleine beestjes, zijn honger naar het leren kennen van vreemde organismen die hem gelukkig maakten, echt gelukkig, duizelig van genoegen.’9
Bovendien bracht de excursie naar het eiland nog iets: ‘voor het eerst in een ruimte met meisjes [daar zijn die ‘dames’!] van zijn leeftijd die hij met al zijn biologische interesse prachtig vond, en begeerlijk, en onbereikbaar ver weg’10. Een gewezen student zal die begeerte naar die onbekende en onbereikbare medestudent herkennen. De hakkelende gesprekken, de misplaatste schaamte, de verrukking en de pijn bij het zien van die prachtige lichamen.

Vroman zelf: ‘Ik leek wel verliefd op alle dieren behalve parasieten en kon zelfs behoorlijk opschieten met planten vanwege hun zo aandoenlijk openlijke geslachtelijke gedrag. Ja, er waren ook een paar meisjes om wie ik wel graag mijn armen heen had geslagen om allerlei biologisch acceptabele dingen mee te doen, maar ik deed ze nooit want hun vreemde ouders, broeders, ondergoed en ideeën waren alleen in mijn verbeelding al angstwekkend.’11
Na de inval van de nazi’s maakte de joodse Vroman de oversteek (in een zeiljacht) naar Engeland, vocht hij in gekoloniseerd Indonesië (waar hij eerst zijn studie afrondde), kwam hij terecht in jappenkampen… Uiteindelijk vertrok hij naar de Verenigde Staten, waar hij zijn liefde van voor de oorlog huwde, waar hij werkte en woonde, tot hij in 2014 overleed. Zijn bekendste dichtregels zijn de slotregels van “Vrede”: ‘kom vanavond met verhalen / hoe de oorlog is verdwenen / en herhaal ze honderd malen: / alle malen zal ik wenen.’12
On revient toujours à ses premières amours, men keert altijd tot zijn eerste liefde terug. Dat de oude Vroman soms nog aan die jonge Vroman, op dat kleine, onbewoonde eilandje in de Zuiderzee, terugdacht, blijkt uit het volgende, prachtige gedicht.
Schokland
Doordat de Zuiderzee rondom verzoette
krioelde het er kort van jonge biologen
Om (o die blonde met haar blauwe ogen!)
plankton te vissen en planten op te wroeten.
In de kerk van Emmeleroord
(o die blonde met haar blauwe ogen!)
hingen de badpakken van toen te drogen
en ’s nachts werd er door de kerk van Emmeleroord
niets dan wat gewoel op die gezonde
strozakken aangehoord.
Het is nu meer dan zestig jaren later.
O zij is ontslapen, wij anderen zijn bejaard,
en verheven door het uitgestorven water
ligt Schokland zelf levend opgebaard.13
O, die blonde met haar blauwe ogen. Dat die badpakken in de Enser kerk en niet in de Emmeloorder kerk te drogen hingen, vergeven we Vroman maar.
‘[…] verheven door het uitgestorven water ligt Schokland zelf levend opgebaard’. Schokland als een bejaarde vrouw, die ooit een diepe indruk maakte op een jonge dichter-bioloog. On revient toujours à ses premières amours.
(Om de cirkel rond te maken: het oorlogsmonument in Emmeloord [de naar Emmeloord vernoemde plaats in de Noordoostpolder, volgt u het nog?] draagt de bekende regels uit “Vrede”.)
- 100 dagen op Schokland, het schriftje van Ingvar Kristensen, 26 februari 2025. https://basvisscher.com/2025/02/26/100-dagen-op-schokland-het-schriftje-van-ingvar-kristensen. ↩︎
- J.H. Schuurmans Stekhoven, “Ontdekkingstocht op Schokland. Onderzoek naar de fauna door Utrechtse biologen.”, de Telegraaf, 29 augustus 1933. ↩︎
- “Op en om Schokland. Tiendaagsche onderzoekingen van Utrechtse biologen.”, Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, 6 september 1933. ↩︎
- J.H. Schuurmans Stekhoven, “Ontdekkingstocht op Schokland. Onderzoek naar de fauna door Utrechtse biologen.”, de Telegraaf, 29 augustus 1933. ↩︎
- “Op en om Schokland. Tiendaagsche onderzoekingen van Utrechtse biologen.”, Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, 6 september 1933. ↩︎
- Ibidem. ↩︎
- J.H. Schuurmans Stekhoven, “Schokland-excursie. Onderzoek van fauna en flora. – Steekmuggen niet inheemsch.”, de Telegraaf, 9 september 1933. ↩︎
- Ibidem. ↩︎
- Hengel, Mirjam van, Hoe mooi alles: Leo en Tineke Vroman, een liefde in oorlogstijd. (Amsterdam: Querido, 2017). ↩︎
- Ibidem. ↩︎
- Ibidem. ↩︎
- L. Vroman, Uit slaapwandelen, (Amsterdam: Querido, 1957). ↩︎
- L. Vroman, “Twee gedichten”, De Tweede Ronde. Jaargang 17. (Amsterdam: G.A. van Oorschot, 1996), p. 63. ↩︎
Geef een reactie