Het reizende doopvont van Schokland en het gespikkelde huwelijk

De of het doopvont? Beide lidwoorden zijn hier correct, aldus de Van Dale. Als dialectspreker ben ik gewend het doopvont te zeggen.

Een doopvont is een waterbekken, voor de toediening van de doop in de christelijke traditie. Zo is mijn voorhoofd besprenkeld met het water uit het vont van de Nederlands Hervormde Kerk de Ark op Urk. Het gebouw waar nu de Hersteld Hervormde Gemeente de Moria gehuisvest is.

Van doleanties is in de laatste eeuwen van de geschiedenis van Schokland nog geen sprake. Je bent er of protestant of katholiek. En dat heeft te maken met waar je op Schokland woont.

Het eiland is al bestuurlijk opgesplitst, als het na de reformatie ook nog religieus wordt opgesplitst. Het noordelijke deel, ‘Emmeloord’, blijft de oude religie aanhangen. Daar krijgt de ‘ware leer’ geen voet aan wal. Het zuidelijke deel, ‘Ens’, gaat over naar het protestantisme. Wanneer in de Franse tijd het hele eiland één gemeente wordt, blijft de religieuze scheiding.

Gespikkeld huwelijk

Een huwelijk tussen beide geloofsgroepen wordt een ‘gespikkeld huwelijk’ genoemd. Het woord gespikkeld verwijst naar Genesis 30, het verhaal van Jacob en Laban. De tale Kanaäns is onder de rechtlijnige protestanten geliefd en misschien komt zo de term ‘gespikkeld’ wel in de historische bronnen over Schokland terecht.

Dat een gemengd huwelijk not done is op Schokland, betekent niet dat dit niet gebeurt. Hiervan zijn het aanwijsbare aantal gespikkelde huwelijken getuige. In mijn eigen stamboom kom ik een huwelijk tussen iemand uit Ens en Emmeloord tegen. (En wat zegt dit over mij?)

Schokland, Hermanus Koekkoek. 1830-82. Enkhuizen: Zuiderzeemuseum / Zuiderzeecollectie.

Nagele en het doopvont

Het Zuiderzeegebied is sinds zijn ontstaan, waarschijnlijk ergens in de loop van de middeleeuwen, voortdurend in verandering. Mede doordat een groot deel van het land uit veengrond bestaat, en door menselijke bewerking van het landschap, slaat de Zuiderzee steeds meer land af. De zee wordt alsmaar breder en groter. In het gebied dat we nu als Noordoostpolder kennen, zijn eeuwenlang meer nederzettingen dan alleen Urk en Schokland, de eilanden die tot 1932 het geweld van de Zuiderzee overleven.

Bij veel Nederlanders is de ‘legende van Nagele’ bekend. Bij een gevecht in de lokale herberg op het eilandje of terp springt de pastoor tussenbeide. Hij wordt bruut neergestoken. In zijn laatste woorden voorspelt hij dat Nagele zal verdrinken en dat vissers hun netten aan de grafzerken zullen scheuren.

Dit verhaal maakt invoelbaar hoe hele dorpen verdwijnen in de Zuiderzee.

Eind achttiende eeuw wordt tussen Urk en Schokland een doopvont opgevist, nadat eerder een kandelaar met de vangst naar boven komt. Vissers vertellen elkaar dan al een tijd over opgeviste grafzerken ter hoogte van het ‘Urker kerkhof’, een deel van het water dat ze ook wel ‘de Nagel’ noemen. Misschien maken ze elkaar bij zo’n vondst wel bang met de legende van Nagele.

Het schijnt dat in 1922 een hoogbejaarde Schokker Kampenaar nog beweert dat het zijn grootvader is, die de bovengenoemde kandelaar op heeft gevist. De verhalen van Nagele blijven meereizen met de tijd, ook ver na de ontruiming van Schokland.

Doopvont afkomstig de voormalige kerk te Schokland (Ens), A.J. van der Wal, 1984. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Verdronken dorpen

Yftinus van Popta, maritiem archeoloog, combineert in 2020 gegevens over vloeden, historische bronnen en archeologische vondsten in zijn proefschrift ‘When the Shore becomes the Sea‘. De positie van het verdronken dorp Nagele zou heel goed ten noorden van Urk en Schokland kunnen zijn. De plek van het Urker kerkhof.

Niet alleen onderzoekt hij Nagele, ook doet hij onderzoek naar de andere ‘verdronken dorpen’, zoals Fenehuysen en Marcnesse. Hiermee ontstaat een beter beeld van het gebied in de middeleeuwen. Ik begrijp nu beter hoe het leven er tussen 1100 en 1400 voor de Schokkers en Urkers uitziet.

Bijvangst van zijn onderzoek: de huidige namen van de polderdorpen zijn weliswaar gebaseerd op voormalige plaatsen, maar corresponderen niet met hun ligging. Het huidige Nagele bijvoorbeeld ligt dan wel tussen Urk en Schokland, maar dan een stuk zuidelijker dan de historische naamsgenoot.

Van Schokland naar Ommen

Tijdens de watersnoodramp van 1825 wordt het altaar in de kerk op Emmeloord weggespoeld. In 1926 krijgt de Rooms-Katholieke kerk op Emmeloord een nieuw altaar. De pastoor koopt het vont aan en laat er zijn naam in beitelen. Na de ontruiming van Schokland in 1859 verhuizen zowel de ‘nieuwe’ ‘Waterstaatskerk’ van Emmeloord, in 1842 gebouwd ter vervanging van het vorige godshuis, als het doopvont naar Ommen.

Na het einde van de ‘Schokker kerk’ van Ommen in 1938, verhuist het opnieuw naar het Ommense Rooms-Katholieke kerkgebouw St. Brigitta, dat in 1939 wordt gewijd.

“’t Vont laat de duiding van het water weten”

Een regel uit een gedicht van de Urker Tromp de Vries, bij een replica van het doopvont. Urkers zijn na de inpoldering betrokken bij de geschiedenis van Schokland. Er ontbreekt iets op Schokland, zo wordt gedacht. Beeldhouwer Piet Brouwer maakt een replica van het doopvont, dat in 1996 in de hervormde Enserkerk wordt geplaatst.

Van het verdronken Nagele naar Schokland en van Schokland naar Ommen. Een geschiedenis van acht eeuwen (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed geeft de twaalfde of dertiende eeuw mee als datering) in één object.

En drie eeuwen nadat de reformatie op Schokland komt, is er sinds 1996 ook een hervormd Schokker doopvont. Gemaakt door een gereformeerde Urker, weliswaar.


Ontdek meer van bas visscher

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.


Geplaatst

in

,

door

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *